Na een val tijdens het NK trampolinespringen ligt turntalent Milou Bosscher (13) uit Heerenveen met een dwarslaesie in een revalidatiecentrum in Utrecht. Met haar broer en haar ouders blikt ze terug en kijkt ze vooruit. Een gesprek over hoop en kracht.
Heel soms denkt ze er nog aan terug. Aan die vrijdag voor het ongeluk toen ze energiek en uitgelaten met vriendinnen door de gangen van scholengemeenschap Sevenwolden aan de Buitenbaan in Heerenveen spurtte. Heen en weer. Voor de lol, om de tijd te doden. Onbezorgd, fit en levendig.
,,Zo ren je door de school, zo kun je helemaal niks meer”, stelt Milou Bosscher nu nuchter vast. De 13-jarige vmbo-scholiere uit Heerenveen ligt in bed onder een zachte grijze deken op de kinderafdeling van revalidatiecentrum De Hoogstraat in Utrecht. Haar lijf slap als een lappenpop, de blik in haar ogen krachtig en sterk.
Milou geldt als een aanstormend turntalent op de trampoline. Op haar 9de raakt ze tijdens de sportsnuffelweek verknocht aan het springen. Ze verruilt hockeyclub Quick Stick voor gymvereniging WIK-FTC. Twee jaar geleden maakt ze de overstap naar Topsport Noord. Ze traint zestien uur per week.
Het is zaterdag 12 december, tijdens het NK voor clubteams in Oss. Ze heeft al niet zoveel zin in de wedstrijd. ,,Twee jaar eerder was ze lelijk gevallen in Oss. Ze wilde er toen nooit meer naar toe. Ze was thuis ook al erg zenuwachtig voor de wedstrijd”, zegt broer Bas (16). Milou: ,,Alsof ik het voelde aankomen ofzo.”
De verplichte oefening loopt gesmeerd, maar meteen daarna – bij de keuzesprongen – gaat het fout. ,,Ik deed de fliffis, een dubbele salto halve draai. Niets nieuws voor mij. Ik deed deze sprong al heel lang. Waar je normaal in de halve draai gaat uitstrekken, ging er nu iets mis en mislukte mijn dubbele salto.”
Nek
Ze belandt op haar nek op de blauwe mat achter de trampoline. Haar moeder, Janneke Postma, ziet het gebeuren vanaf de tribune waar ze staat te filmen. ,,Als kinderen vallen is het niet de bedoeling dat ouders er meteen naartoe rennen. Het is de taak van de trainster om ze weer overeind te helpen. Toen dat niet gebeurde, wist ik: foute boel.”
,,Ik voelde niks meer”, vertelt Milou. ,,Dat zei ik ook direct: ik voel niks meer. Ik dacht dat mijn rechterarm op mijn buik lag, maar die lag naast me. Toen een jurylid vroeg of ik mijn tenen ook kon bewegen, dacht ik dat ik dat gewoon deed. Maar dat was niet zo.” Janneke: ,,Gelukkig bleef Milou al die tijd heel rustig.”
Wachtend op de ambulance die haar naar het streekziekenhuis in Uden zal brengen, doet Milou niets anders dan kletsen. ,,Als ik een tijdje niet had gesproken, was ik mijn stem kwijt. Omdat ik bang was dat ik mijn spraak helemaal kwijt zou raken, ben ik steeds blijven praten.”
Milou tijdens een turnoefening.
In Uden wordt Milou in slaap gebracht om haar veilig naar het universitair medisch centrum Radboud in Nijmegen te kunnen vervoeren. Haar vader Harry en broer Bas, respectievelijk coach en speler van A2 van VV Heerenveen, staan ondertussen op het voetbalveld in Groningen. Onwetend van de noodlottige sprong, vieren ze een overwinning op Lycurgus A3.
Om zes uur krijgt Harry een appje van Janneke met de mededeling dat Milou is gevallen. ,,Wat jammer. Hoe is het met haar”, bericht hij terug, maar hoort verder niets. Thuis staat ineens een vriend in de woonkamer. Janneke heeft hem gevraagd om haar man en zoon op te halen. Ze wil niet dat Harry over z’n toeren naar Nijmegen scheurt.
In het Radboud wachten de familie vier spannende uren. Milous nekwervels zijn beschadigd. Twee neurochirurgen voeren een zware operatie uit via de hals waarbij ze een wervel rechtzetten en vastklemmen. Milou ontwaakt met een dwarslaesie tussen de vierde en vijfde wervel. ,,Een hogere had ik niet overleefd, dan was mijn ademhalingsspier verlamd.”
Vuistslag
Na de ingreep staan de artsen aan Milous bed en hoort ze dat ze nooit meer zal kunnen lopen, nooit meer iets zal voelen. Een vuistslag in haar gezicht. Ook haar ouders zijn lamgeslagen na deze boodschap. Harry: ,,Man, wat deed dat zeer.” Janneke: ,,Ze doen voorspellingen op basis van gemiddelden en presenteren dat als feiten.”
Op een besloten Facebookgroep, opgericht om alle familie, vrienden en bekenden op de hoogte te houden, schrijft Janneke later: Twee weken geleden waren we radeloos, gek van onmacht, kapot van verdriet, moedeloos noem maar op. Oh wat had ik graag willen ruilen van plek, had het liever overgenomen dan dat je je kind daar ziet liggen.
Maar Milou is niet voor een gat te vangen. Natuurlijk gaat ook zij eerst diep. Op de intensive care in het UMCG in Groningen waar ze op dinsdag naartoe verhuist, heeft Milou het niet meer. Vanwege haar ontregelde ademhaling is even sprake van het plaatsen van een buis in de luchtpijp,. ,,Als ik zo moet leven, dacht ik, dat hoeft voor mij niet.”
En nog steeds, heel af en toe, denkt Milou: waarom moest mij dit overkomen? Maar dan houden haar ouders haar voor dat ze hier nooit antwoord op krijgt, dat ze alleen maar verdrietig wordt van die vraag. ,,Ik wou dat het mij was overkomen”, zegt Bas, haar maatje die met haar in een rolstoel door de gangen racet of zachtjes haar wangen streelt.
Al op de intensive care, als het haar lukt om haar linkerarm een klein beetje te bewegen, krijgt ze weer hoop. Haar ouders laten een shiatsu-therapeut komen om Milou met aanraking en druk weer te laten voelen. ,,In het ziekenhuis ligt de nadruk op bewegen, maar ze moet echt voelen, contact maken met haar lichaam”, stelt Janneke.
Beetje bij beetje krijgt Milou weer controle over haar armen. Ze voelt waar ze aangeraakt wordt door de therapeut. ,,Ik zit nu nog in de spinale shockfase zoals dat heet: alles is opgezwollen en gekneusd in het ruggenmerg. Dit kan twintig weken duren. Zolang is het afwachten welke zenuwen weer signalen gaan uitzenden.”
Milou en haar ouders in het revalidatiecentrum in Utrecht. FOTO REMKO KOOL
Kracht
Sinds 9 januari verblijft Milou met haar moeder in een tweepersoonskamer in het revalidatiecentrum in Utrecht. De ruimte ademt hoop en kracht. Er hangen ballonnen, lichtjes en een dromenvanger. Aan de muur prijken ruim zevenhonderd ansichtkaarten met gelukswensen. In de hoek staat een vitrinekast vol engeltjes en knuffelbeertjes.
Boven haar bed hangt een ingelijste foto met briefje van Epke Zonderland. ,,Ik hoorde van die vreselijke val die je hebt gemaakt. Ik wens je alle kracht toe met je revalidatie”, schrijft hij. Daarnaast een spreuk in een lijstje: ,,Hoop is een lichtje in je hart dat vandaag moed geeft en morgen kracht.”
,,Haar ongeluk heeft een ongelooflijke impact gehad”, stelt Harry. ,,Heel Sportstad was van slag, de turnwereld stond op z’n kop. Zoiets als dit is in Nederland nog niet eerder gebeurd.” Milou: ,,Niet iedereen kent mij van naam, maar iedereen in de turnhal weet dat ik het meisje met de twee verschillende sokken ben.”
De val trekt ondertussen een zware wissel op het gezin. Janneke, die bijzonder verlof heeft gekregen van haar werk bij kinderopvangorganisatie Kinderwoud, is dag en nacht aan het zorgen. Harry die halve dagen werkt als vakdocent metaaltechniek in Emmeloord en Bas die eindexamen vmbo doet, leven in twee werelden.
Harry: ,,We zijn een heel hecht gezin, willen graag bij elkaar zijn, maar er zit 134 kilometer tussen. Soms rij ik van hier terug naar huis en krijg ik het te kwaad.” Voor Bas moet het leven thuis gewoon doorgaan, vindt hij. ,,Na mijn werk rij ik zo vaak mogelijk naar Utrecht, maar ik ben altijd op tijd terug voor het avondeten in Heerenveen.”
Ondanks alles lukt het de vier om de moed erin te houden: Milou gaat gewoon weer lopen is hun stellige overtuiging. ,,We bekijken per dag wat de toekomst brengt, willen niet te ver vooruit kijken. Stapje voor stapje zal dat lichaam weer in beweging komen, maar niemand weet hoe lang dat nog gaat duren.”
Lol
In de tussentijd trappen ze ook een hoop lol met z’n allen. ,,Daar heeft de verpleging zich zo over verbaasd. Maar als je de hele dag gaat zitten sippen, daar krijg je alleen maar negatieve energie van”, zegt Harry. Milou: ,,Ik wil niet alleen maar leuke herinneringen hebben aan mijn leven voor het ongeluk, maar ook aan mijn leven daarna.”
,,Artsen, voor hen zijn we wel een beetje allergisch geworden”, verklaart Janneke. ,,Ze delen onze hoop niet. Zo hard. Ze geven Milou het gevoel dat ze haar afkraken.” Milou: ,,Ik wil het gewoon goed doen en dan wil het lijf niet.” Bas: ,,Ze moeten ook geen valse hoop geven.” Janneke: ,,Maar tussen hard en valse hoop zit heel veel nuance.”
Milou thuis op de trampoline.
Van het aanpassen van het huis in Heerenveen wil Milou nog niets weten. ,,Wij mogen nog niet verbouwen”, zegt Harry. ,,Dat voelt voor haar alsof wij geen vertrouwen hebben in een goede afloop.”
Milou: ,,Ik wil straks gewoon weer de trap op naar mijn eigen kamer. Ik wil ook gewoon weer naar mijn eigen school.” Ze hoopt ook zo snel mogelijk weer een bezoek te kunnen brengen aan Vlieland. Harry: ,,Wij houden erg van dat eiland, het is ons medicijn.”
Milou eindigt het gesprek fleurig. ,,Het gaat best goed met me. Sommige mensen vinden dat gek. De eerste positieve verandering was de beweging in mijn armen. Ik ben ze heel veel aan het trainen, zodat ze steeds sterker worden. Dan kan ik mezelf straks verplaatsen in een rolstoel. Zo’n elektrisch ding, daar wil ik niet in gezien worden. En daarna? Dan ga ik gewoon lopen.”
Stichting Milou
Eind december heeft Harry met z’n vader Theo de stichting Milou opgericht met als doel: ‘Het veraangenamen met alle mogelijke middelen van het leven van Milou Bosscher’. Haar klasgenoten van De Buitenbaan zijn al een inzamelingsactie begonnen. Twee vriendinnen maken dagelijks vlogs waarin ze de vorderingen van de actie melden.
Meer informatie: www.stichtingmilou.nl